’n Lelijk ding
Aanverwante artikelen
De kasteeltuin is in de loop der jaren verschillende malen op de schop gegaan. Jaren terug wilde men de Traverse niet zien vanaf het kasteel en plaatse daarom een beukenhaag. Toen deze eindelijk de hoogte had bereikt dat het effect optimaal was, kwam men op het idee dat het kasteel te weinig zichtbaar was vanaf diezelfde Traverse. De weg moest een soort balkonfunctie krijgen met zicht op het kasteel en de kasteeltuin. Nu is de haag weer verdwenen en is er, komend uit het kasteel, weer zicht op dat lelijke ding.
De Kasteel Traverse werd officieel geopend op zaterdag 2 september 1966. De sloopwerkzaamheden waren al jaren eerder in gang gezet. De aanleg van de Traverse zou voor veel mensen een verlies betekenen van hun huis en vertrouwde omgeving. Stedenbouwkundig gezien richtten de doorsnijding van de Kerkstraat en het afsnijden van de kasteeltuin de meeste schade aan. Het kasteel werd in 1921 aan de gemeente Helmond verkocht. Nadat het kasteel door de weduwe Wesselman van Helmond was ontruimd kon tijdens een koopdag, die op het binnenplein werd gehouden, ook de lege zalen worden bekeken. Voor veel Helmonders was dat de eerste keer dat ze in tuin en kasteel kwamen. Vanaf die tijd bleef de tuin voor het publiek opengesteld. Toen de restauratie van het kasteel zijn eindpunt naderde werd ook de omgeving aangepakt. Daarvoor werd de tuin voor drie maanden gesloten. Het koetshuis en de stallen werden afgebroken waardoor de zeventiende-eeuwse wachttorens vrij kwamen te staan. Ook de houten brug werd afgebroken en vervangen door een vaste stenen brug die met lage muurtjes werd verbonden met de wachttorens. Hierdoor ontstond een ruim voorplein. Alles gebeurde naar de plannen van de bekende tuinarchitect Leonard Springer uit Haarlem.
Op 5 april 1923 werden het kasteel en de tuin, die daarvoor speciaal met enkele palmen en laurieren was opgesierd, officieel geopend. Daarbij was Leonard Springer uiteraard ook aanwezig. Behalve de burgemeester, de commissaris van de Koningin, een vertegenwoordiger van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, en de nestor van de gemeenteraad, voerde ook de architect J.W. Hanrath uit Hilversum het woord. Hij bedankte daarbij de heer Springer omdat deze had gezorgd voor een passende omgeving van het kasteel.
Hoe de omgeving van het kasteel er in het verleden heeft uitgezien blijft door de schaarse bronnen onduidelijk. Op de kaart van Jacob van Deventer uit 1545 zien we dat het kasteel was omgeven door een dubbele gracht waar ook nog eens de Aa en de stadswallen met hun grachten omheen liepen. Aan de zuidzijde bleef zo weinig ruimte voor een tuin. De noordzijde zal ongetwijfeld een moestuin en boomgaard hebben bevat. Het kasteel en de tuin waren toegankelijk via een poort die met een laan met de Veestraat verbonden was. In de jaren 1682-1683 werd er een nieuwe poort gebouwd vlakbij de stadspoort aan de Veestraat. Vanaf deze poort loopt de oprijlaan in de richting van de noordwestelijke toren van het kasteel. Nadat de stadswallen gesloopt waren, werd de tuin in zuidelijke richting uitgebreid. Aan het einde van de achttiende eeuw bleek dat het meeste uit grasland bestond.“Boomgaarten of tuijnvrugten zijn er niet. Daar die eertijds geweest zijn, is nu een graskamp voor koeijen en verkens”.
Springer maakte verschillende ontwerpen, waarbij ook de oorspronkelijke oprijlaan vanaf de poort bij de Veestraatbrug zou verdwijnen. Er bestaat ook een ontwerp waarbij de vroegere school die nu het poortgebouw aan de Wiel vormt geheel wordt geschrapt voor de tuinaanleg. In dat plan zou ook juist dat stukje van de Aa onder de grond verdwijnen dat enkele jaren geleden weer open gemaakt is. In het uiteindelijk gekozen ontwerp bleef de Aa en ook de oude oprijlaan gehandhaafd en werd er door middel van bogen een onderdoorgang gecreëerd in de school bij de Wiel. Vanaf dat moment had het park twee toegangspoorten. In hoeverre de oude kasteelpoort nog uit de zeventiende eeuw dateerde is moeilijk te zeggen. Rond 1825 schijnt ze verbouwd of vervangen te zijn. Op 23 mei 1919 kreeg de douairière C.F. Wesselman van Helmond vergunning voor het verbouwen van de tuinmanswoning die in een vleugel aan de kanaalzijde zit. De woning werd uitgebreid met een gang, een kantoortje en een woning. Hierdoor werd die vleugel met enkele meters verlengd.
Deze poort was onderwerp van een discussie in de Helmondse gemeenteraad op 29 juli 1937. De poortwoning werd altijd verhuurd, maar vanwege de vochtige staat waarin het pand verkeerde, was de verhuring altijd een onplezierige zaak. De huurprijs voor de woning bedroeg 4 gulden per week. Burgemeester en Wethouders wilden voor 3212 gulden de woning verbouwen voor gebruik tot kantoor en het gebouw dan verhuren voor de huurprijs van 208 gulden per jaar verhoogd met 10 % van de werkelijke verbouwingskosten. In tien jaar zouden de kosten dan terugverdiend zijn. Raadslid Van Nunen vond de kosten aan de hoge kant en wilde daarom liever iets nieuws bouwen. “Het gebouw is nat en ’t zal altijd een gepruts blijven, omdat het vocht van onder optrekt. Bovendien is het huidig gebouw ’n leelijk ding”.
De burgemeester vond de poort mooier dan “een nieuwerwetsch ding”. Van Wel was ook niet enthousiast. “De ingang is behalve leelijk ook, ook heel onpractisch. Vroeger kwam er een rijtuig of kar door, terwijl het tegenwoordig vaak een halsbrekende toer is er door te komen, indien ’n auto aan komt rijden”. Hij dacht dat de smalle oprit geen 10 jaar meer te handhaven was. Bovendien vond hij het poortgebouw “afschuwelijk leelijk; een der leelijkste dingen van Helmond”. Hij meende dat iedereen die in Helmond arriveerde bij het zien van de poort zich zou afvragen of het wel de moeite waard zou zijn om het kasteel erachter te gaan bezichtigen.
De burgemeester vond dat de restauratie van het kasteel geschied was met advies van Monumentenzorg en dat nooit gebleken is dat de poort er niet bij hoorde. De kans bestond dat het gebouw niet mocht worden afgebroken. Van Wel was zeker niet voor afbraak, maar vond de verbouwingskosten wel te hoog. De burgemeester maakte duidelijk dat de verhuurtermijn expres op tien jaar was gesteld om daarna de vrije hand te hebben. Op dat moment mengde het lid Van Dijk zich in de discussie. Hij vond dat over smaak niet te twisten viel. Hij vond de poort van kasteel Croy onooglijk. Hij zou het zonde vinden als de Helmondse kasteelpoort zou worden afgebroken, waar elders veel moeite wordt gedaan om oude gebouwen in stand te houden. “Wie de geschiedenis nagaat en wat zich onder deze poort heeft afgespeeld…..”. Die laatste zin vond de raad wel komisch; algemeen gelach klonk in de raadzaal. Bungeners en ook Den Ouden wilden het gebouw behouden; de laatste vond het als woonhuis ongeschikt. Uiteindelijk werd het voorstel om het gebouw tot kantoor om te bouwen en te verhuren aangenomen. Het kantoor werd verhuurd aan notaris Van Keulen. De poort zou nog 22 jaar blijven staan totdat ze in 1959 werd afgebroken. De Anti-Luchtbrugpartij kreeg toch nog gelijk met haar slogan: “Thans nog tuin. Morgen tot puin”. Het notariskantoor is intussen verhuisd naar de nieuwbouw op de hoek van de Kasteellaan met de Parkweg.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.