Alles stond in teken van PSV
Aanverwante artikelen
Nell Steiger-Vermeulen heeft jarenlang op het sportterrein van Philips gewoond. Samen met haar ouders betrokken ze in 1940 een oude boerderij. Haar vader (Nol Vermeulen) was terreinbeheerder van PSV. Nell herinnert zich nog vooral de oude, lange schuur waar vroeger de koeien in hadden gestaan. Het stikte er van de muizen. Voor ze hun nieuwe woning konden betrekken, hebben ze ook nog een tijdje in een huis op de Annastraat doorgebracht. “Mijn drie broers haalden graag geintjes uit en legden overal dode muizen neer. Mijn zus en ik hadden het niet meer als er ergens weer een dode muis uitviel. Ook mijn moeder gilde het regelmatig uit.”
Nell herinnert de tijd vooral als keihard werken. “Alles stond in teken van PSV. Mijn moeder had een wasmachine. Die gebuikte ze ook om de shirts van PSV in te wassen. Pas later is ze geld voor gaan vragen. De shirts moesten ook gedroogd, gestreken en gevouwen worden. Ze kreeg er 10 cent per shirt voor. “ Niet veel later kreeg de vader van Nell ook de verantwoording over de kantine. De kantine was maandag-, donderdag-, vrijdagavond, zaterdagsmiddag en zondags, als er gespeeld werd, de hele dag open. “Donderdagavond vond na de training altijd overleg plaats. Dan moesten we ook voor een broodje en iets te drinken voor de spelers zorgen. Op maandagavond kwamen de spelers meestal in de kantine om bijvoorbeeld een potje te kaarten . Veel kinderen wilden graag met ons optrekken. Ik nam ze wel eens mee. Dan mochten ze van mijn vader ravotten op de speelvelden en in de kantine. Zelf heb ik mij nooit als iemand die bevoorrecht is gezien. Het was voor ons als kinderen enorm aanpoten. Heel het gezin draaide mee of je wilde of niet. De eerste keer dat de T-shirts nummers cijfers kregen, moesten we die er handmatig op naaien.”
Na de lagere school (hoek Frederiklaan/Gagelstraat) is Nell gestopt met leren. Ze bleef thuis om mee te werken in het bedrijf. “Ik mocht wel van mijn vader. Hij had zelfs het arbeidsbureau van Philips ingeschakeld op de Willemstraat om voor mij een mooi kantoorbaantje te regelen. Ik zag dat echter niet zitten.” Nell heeft in die jaren dat ze op het PSV-terrein werkte ook heel nare ervaringen meegemaakt. Eén daarvan was dat de Hitler Jugend tijdens de oorlog op het terrein kwam trainen. “Achter een glazen vitrine in de kantine hadden we onder meer sigaretten en limonade liggen. Dit was voor de verkoop. Op een gegeven moment eiste één van de jongens de sleutels van de kantine op. Ik zei dat ik niet wist waar de sleutel lag. De jongen was hooguit 16 jaar. Hij haalde een revolver te voor schijn en richtte die op mij en dreigde ‘waar is je vader’. Ik heb hem toen toch maar de sleutel gegeven.” Ook vonden er wel eens razzia’s tijdens wedstrijden plaats. “De Duitsers deden dan alle deuren op slot. Niemand kon weg. Ik weet nog goed dat we overal onderduikers hadden verstopt. We hadden toen een kostganger in dienst die bij de politie zat. Hij heeft toen tegen de Duitsers gezegd dat hij niemand zou doorlaten. Gelukkig namen ze zijn woorden serieus en dropen af.”
Jaren later kwam de keeper van PSV (Lieuwe) regelmatig in de kantine van PSV. Hij maakte dan een praatje met de moeder van Nell. “Niemand wist dat ik gescheiden was en een zoon had. Tenslotte was ik pas 28 jaar. Dat werd in die tijd verzwegen. Zelf had hij drie dochters en ging het niet goed met zijn huwelijk. Toen ik iets met Lieuwe kreeg , was hij niet meer actief voor PSV. Af en toe viel hij een keer in. Wel zat hij in het bestuur. We hebben eerst 20 jaar samengewoond en zijn toen pas getrouwd. Op een gegeven moment zijn we weggetrokken uit Philipsdorp. Mijn vader is na zijn pensionering op de Frederiklaan gaan wonen. Recht tegenover het PSV stadion. Daar kon hij alles goed in de gaten houden. Weggaan kon hij niet.”