Atoom, hoop voor de toekomst.
Aanverwante artikelen
Zo heette de tentoonstelling die van 11 tot en met 16 februari 1955 te zien was op de Markt in Eindhoven. Het tentoonstellingscomplex werd gevormd door vijf trailers waarvan de wanden en vloeren uitgeschoven konden worden, waardoor er een oppervlak van zestienhonderd vierkante meter werd verkregen.
In aanwezigheid van mr. Donhauser, attaché van de Amerikaanse ambassade, verrichte burgemeester Kolfschoten de opening. Hij sprak daarbij de hoop uit dat de bevolking van onze technische stad grote belangstelling voor de expositie zou tonen.
Er werd een beeld gegeven van de vreedzame toepassingen van atoomenergie; een gloeilamp van 60 watt zou 108 miljoen uren branden en een trein kon drie maal achtereen om de wereld rijden met de energie van 2.600.000 kilo steenkolen of een kilo uranium 235. De toepassing in de landbouw en de veeteelt zou gaan zorgen voor betere en gezondere producten. In het paviljoen "Gereedschappen van het atoomtijdperk" kon men Nederlandse producten bewonderen, zoals een glazen model van de Nautilus, de eerste door atoom aangedreven onderzeeër.
Opvallend was de presentatie van een geheimzinnige bol met mineralen op een draaitafel, geheel afgeschermd door een metalen mantel. Met een geigerteller werd de radioactiviteit van de mineralen aangetoond. De krant besluit met: "Wie zich een kind van zijn tijd durft te noemen, dient belangstelling te hebben voor een der belangrijkste aspecten van de toekomst: De atoomenergie voor vreedzame doeleinden." Van Tsjernobyl hoorde men pas later.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.