Het einde van Karel I
Aanverwante artikelen
In de vroege ochtend van vrijdag 19 februari 1971 brak er een brandje uit in het plastic-magazijn van Treffina, gelegen aan de Havenstraat. De brandweer was snel ter plaatse om het vuur te doven. Wat zich aanvankelijk liet aanzien als een eenvoudig te klaren klus bleek uiteindelijk een brand die zijn weerga niet kende.
Om 5 uur ’s ochtends moest door de brandweer groot alarm afgegeven worden. Niet alleen de Treffina stond nu in lichterlaaie, maar het hele fabriekscomplex van de Karel I sigarenfabriek. De vuurzee woedde over een oppervlakte van ruim 40.000 vierkante meter en verwoestte gebouwen, kantoren en loodsen.
De ravage was enorm, de verslagenheid groot. Een postbesteller van de PTT stond onhandig met een stapel post, bestemd voor de Karel I fabriek, naar de rokende puinhopen te kijken. 30 miljoen sigaren, 60 hoge hoeden en een zelfde aantal rijpetten van Hoedenfabriek Jan Spoorenberg, in het zelfde complex gevestigd, waren in rook opgegaan. Ook de heer Spoorenberg had naar de vlammenzee staan kijken, niet wetende wat te moeten doen. De directeur van de sigarenfabriek, dr. A. Meyers, wist het gebeurde al snel te relativeren. Hij was blij dat de brand niet vrijdagmiddag of -avond plaats had gehad, “want dan had ik moeilijk naar het voetballen kunnen gaan”, daarmee doelende op de wedstrijd PSV-Sparta.
De inwoners van de Korte Havenstraat hadden daar wellicht andere gedachten over. De brandweer was met geweld de woning binnengedrongen om de bewoners te evacueren. Hun huizen stonden op niet meer dan 4 meter afstand van een 12 meter hoge fabrieksmuur met uitslaande felle vlammen die elk moment kon instorten. Een oude man had tijdens deze evacuatie eerst naar zijn collectie pijpen gegrepen, een huisvrouw stelde als eerste een ingelijste oorkonde van paus Pius XI met handtekening veilig. Uiteindelijk kon ’s ochtends omstreeks elf uur het sein brand meester gegeven worden.
Enkele dagen daarna, toen slopersbedrijf Koole uit Haarlem de uitgebrande fabrieksgebouwen onder handen had genomen, konden de inwoners van de Korte Havenstraat weer terug naar hun woning en konden ook de pijpen en de oorkonde van paus Pius weer hun vertrouwde plekje innemen.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.