De Etos; half Eindhoven was er lid van.

In de hoogtijdagen van de Etos tussen 1960 en 1970 heeft “de Eendracht, Toewijding, Overleg en Samenwerking” een monopoliepositie in Eindhoven. Er zijn meer dan 100 verkooppunten. Die bestaan uit supermarkten en zelfbedieningswinkels, slagerijen, drogisterijen, slijterijen, doe het zelf artikelen, benzinepompen en heuse kolenboeren.
Met meer dan zestigduizend leden is het de grootste lokale verbruikscoöperatie van ons land. Meer dan de helft van de Eindhovense gezinnen is er lid van.

Tegenwoordig komt het Etos logo voor bij één van de grootste drogisterij ketens van ons land.  Meer dan 500 vestigingen zorgen er voor dat de naam in elke gemeente aanwezig is. Er is zelfs een Etos academie in Amersfoort waar het personeel voor de drogisterijen wordt opgeleid.

De wieg van deze megadrogist staat in Eindhoven. Hij is zo groot als een huiskamer waar achter de toonbank een in witte jas geklede en meestal besnorde man, de cliënten te woord staat. De gevraagde artikelen staan op gepaste afstand gerangschikt in smalle lange kasten die bijna tot het plafond reiken en voorzien zijn van deuren met raampjes. Een jonge dame gehuld in een lange witte schort assisteert de drogist. De kast met giftige artikelen staat op gepaste afstand.
In 1926 wordt deze drogisterij de nieuwe loot aan de Philips verbruikscoöperatie. Deze coöperatie is de voorloper van de Etos en is op advies van Gerard en Anton Philips in 1918 opgericht voor werknemers van het bedrijf. De Philips leiding ergert zich groen en geel aan de Eindhovense middenstand die bij onderlinge afspraak de prijzen voor de levensmiddelen vast stelt. De hoogte van de prijzen zijn in die tijd een zaak van de ondernemer en van niemand anders. Loonsverhogingen hebben dezelfde dag nog tot gevolg dat de prijzen bij de kruideniers met hetzelfde percentage stijgen. Philips ziet dat zijn arbeiders er op die manier niets op vooruit gaan en de zakken van de winkeliers alleen maar gespekt worden.
Daar is maar één oplossing voor. “Een eigen zelfstandige consumentenorganisatie met als doel, door gezamenlijke inkoop en eigen winkelbeheer een halt toe roepen aan de in steeds hoger tempo optredende prijsstijgingen die de kleine man in grote moeilijkheden brengen”.
De Eindhovense middenstand reageert onmiddellijk. Men dreigt met een boycot van Philips lampen in de zaken en beschuldigt Philips van gedwongen winkelnering. Het personeel zou min of meer gedwongen worden een deel van het loon terug te brengen in de Philips winkel. Dit laatste is onzin omdat de coöperatie zich verplicht 85% van de winst uit te keren aan haar leden.
Natuurlijk bemoeit de kerk zich er ook mee. De coöperatie heeft geen katholieke signatuur en heeft in de ogen van de pastores te veel socialistische trekjes.
Anton Philips reageert daar laconiek op met de uitspraak:Bezoek van Anton Philips (2e van links) aan de kruidenierszaak van de Coöp. ETOS aan de De Jonghlaan, hoek Frederiklaan.
“Ik maak geen katholieke lampen”
“Ik maak geen Christelijke lampen”
“Ik maak geen Joodse lampen”
“Ik maak prima lampen en heb de zorg voor mijn personeel”
De invloed van de kerk is dan nog zo groot dat van de preekstoel wordt gesteld dat je beter het brood kunt kopen van de katholieke coöperatie St. Joseph dan bij de niet katholieke bakkers van Philips.
Ondanks deze tegenwerking groeit het aantal leden snel.
De eerste jaren wordt aan de leden 6% van het aangekochte bedrag uitgekeerd. Voor veel werknemers bij Philips betekent dit een extra weekloon.

De Philips verbruikscoöperatie wordt Etos.
Door de wereldcrisis van 1929 moet Philips meer dan 10.000 werknemers ontslaan. Het ledenverlies voor de coöperatie is daardoor zo groot dat het voortbestaan in gevaar komt. Onafhankelijk worden van Philips is de enige oplossing. In november 1931 gaat de coöperatie als volledig zelfstandige en onafhankelijke organisatie verder onder de naam Etos. Ook niet Philips personeel kan nu lid worden, waarbij zij de garantie krijgen dat aan het einde van het boekjaar 8% wordt uitgekeerd over alle aankopen bij de kruidenier en de bakker en 5% over die bij de slager, drogist en kolenboer. Wat korting betreft staat de Etos op eenzame hoogte in Nederland.

Het wagenpark van de ETOS-bakkerij.De toeloop van leden is dan ook enorm. In 1933 is ongeveer 75% van de Eindhovense gezinnen er lid van.
De middenstand in Eindhoven is zich inmiddels bewust van de betekenis van de Etos. In de maand waarin de korting wordt uitgekeerd komen zij met allerlei speciale aanbiedingen om hun omzet te verhogen. Veel zaken, waaronder Vroom en Dreesmann en van Hout Ververgaart geven Etos leden permanent korting op hun aankopen.
De bakkerij aan de Lijsterbesstraat is het paradepaardje. De broodconsumptie is vóór de tweede wereldoorlog veel groter dan tegenwoordig. De gezinnen zijn groot en er zijn veel klanten die 7 of 8 broden per dag afnemen. Het is dan ook niet vreemd dat men jaren gepraat heeft over het leveren van gesneden en verpakt brood omdat de prijs hierdoor met 5 cent per brood zou stijgen en men bang is voor omzet verlies.
Een probleem waar alle Etos vestigingen tegen aan lopen is het poffen. Het is normaal dat één maal per week wordt afgerekend. Poffen verbieden kost klanten en het accepteren leidt tot financiële risico’s. In diverse winkels staat dan ook op de toonbank: “Het is beter zonder boterham naar bed te gaan dan met schulden op te staan”. In veel gevallen wordt de schuld voldaan door kassabonnen in te houden en later te verzilveren.

Oorlog
De tweede wereldoorlog betekent voor de Etos kommer en kwel. Al vóór het begin van de oorlog zijn alle auto’s door het Nederlandse leger gevorderd. Dit betekent brood bezorgen op de bakfiets en later op een fiets met houten banden. Om het hamsteren door de te verwachten schaarste tegen te gaan, krijgen alle leden een boekje waarin afgetekend wordt wat en hoeveel ervan is gekocht. De Etos kent voor haar klanten al een eigen distributiesysteem voor dat alles op de bon is. Later in de oorlog moet men zich legitimeren met een bewijs van lidmaatschap en is contante betaling verplicht. De korting wordt in de oorlogsjaren in verband met de feestdagen in november uitgekeerd.

Bij het Etos wordt het kienen uitgevonden.
De eerste jaren na de oorlog is het ook nog sappelen. Bijna alle levensmiddelen zoals boter, suiker, kaas melk en boter zijn nog op de bon.
In 1950 wordt aan de Lijsterbesstraat ondanks de beroerde tijd de modernste bakkerij van West Europa geopend. De vele excursies naar de bakkerij zijn het begin voor de contactavonden nieuwe stijl. Er wordt wel gezegd dat in de hal van de nieuwe bakkerij het kienen is uitgevonden. Terwijl men de rook kan snijden wordt er gespeeld om een handdoek, een pak koffie, een levensmiddelenpakket, een taart, een mud steenkool of een krentenmik en de eerste volle kaart levert een fiets op. In de hoogtij jaren worden er 50 kienavonden gehouden waar 50.000 bordjes worden uitgereikt. Ondanks de komst van de televisie blijven deze avonden vol geboekt.
De Etos winkels zijn dan nog echte buurtwinkels. Elke winkel heeft zijn specialiteit.
Zo heeft die aan het Plataanplein de grootste omzet aan roomboter, Veel Belgische werknemers van Philips komen tussen de middag langs. De roomboter wordt betaald, in een zak gedaan met daarop de naam van de koper en het nummer van de VIPRE bus waarmee gependeld wordt tussen Eindhoven en België. Mevrouw Gerry Petersen heeft maanden achtereen de boter naar de pendelbussen die op de Beukenlaan staan gebracht. Dat in tijd boter gesmokkeld wordt is algemeen bekend.

Goud!
De totale weekomzet wordt door haar in een geldkistje achter op de fiets naar de bank gebracht. De Belgische franken naar van Landschot omdat die de beste koers heeft en het overige geld naar de Nederlandse Credietbank in de Dommelstraat.
De komst van de zelfbedieningswinkel en de supermarkt zorgt voor een omslag. Niet alleen voor de consument maar ook voor het personeel. Het gemoedelijke maakt plaats voor het zakelijke. De huiskamerfunctie van de winkel verdwijnt. De klant wordt alleen nog gezien bij het afrekenen aan de kassa en tijd voor een praatje is er niet meer. Alles moet snel en effectief. 
Voordat in de nieuwe wijken de winkelcentra gereed zijn bezoekt de parkerette, de rijdende zelfbedieningswinkel van de Etos de bewoners en voor degenen die niet thuis zijn worden bestelbussen opgehangen waarin het Etos boekje kan worden gedeponeerd  waarna de bestelling wordt thuisbezorgd. In die jaren ontwikkelt de Etos zich tot de meest succesvolle coöperatie van ons land. Behalve in de nieuwe Eindhovense wijken worden vestigingen geopend in Geldrop, Gemert, Nuenen, Best, Waalre, Veldhoven, Valkenswaard, Son en Sint Oedenrode.
In de winkels wordt het assortiment uitgebreid met bloemen, boeken, ontwikkelen en afdrukken van foto’s en  de verkoop van grammofoonplaten. De leden kunnen er zelfs theaterabonnementen voor de Stadsschouwburg en het Philips Ontspanningscentrum kopen en steeds meer Eindhovenaren rijden op Etos benzine. En dat alles met een korting van 5 tot 8% op de kassabon.   
De kassabon is voor de leden waar het om draait. In januari worden zij geteld, gebundeld en ingeleverd in een vooraf toegestuurde bruine enveloppe. Op de Lijsterbesstraat wordt de inhoud nageteld. In maart volgt dan de zilvervloot. Lange rijen staan voor de loketten van het postkantoor bij het station waar de uitbetaling plaats vindt. In 1968 wordt 7.3 miljoen gulden uitgekeerd aan 58.000 leden.
Nadat het gouden jubileum een jaar later groots is gevierd gaat de Etos de hete adem van de opkomende cash and carries en de discounts in de nek voelen. Hun kosten zijn zo laag dat de Etos een dure winkel wordt. Acties en stunten met prijzen kan de Etos zich niet veroorloven. Voor de bevolking van onze stad is het onbegrijpelijk dat deze kruidenier het niet heeft gered. Het is één van de grootste werkgevers met 1800 personeelsleden, 104 verkooppunten en een omzet van meer dan 110.000.000 gulden. Hoe kon dit bedrijf dan toch naar de filistijnen gaan?

De Etos wordt door de korting genekt.
Om de 8% korting uit te kunnen keren is een enorme winst nodig.
Het coöperatieve karakter met de korting voor de leden, oorspronkelijk de ijzersterke kant, keert zich nu tegen het bedrijf. Er is nauwelijks eigen vermogen opgebouwd. Bij de strijd om de overnames is Etos dan ook de zwakke partij ook al omdat de bank niet staat te trappelen om krediet te verschaffen. Onderpand ontbreekt.
Op 11 juli 1973 verschijnt het eerste bericht over een mogelijk op handen zijnde fusie. Door de leiding wordt dit als “volslagen uit de lucht gegrepen” ontkent. Het is bekend dat men bij een dergelijke reactie op moet passen.
Al twee jaar is het bestuur bezig met een overlevingsstrategie.
Daarbij staat de continuïteit van de werkgelegenheid centraal. Verkoop aan Albert Heijn is daarbij de beste optie.
Op 4 augustus, minder dan een maand na de officiële ontkenning wordt de overname bekend gemaakt. Er zullen 180 gedwongen ontslagen vallen. Een sociaal plan moet het leed verzachten.
Voor Albert Heijn dat al jaren probeert een voet tussen de deur van de drogisterij branche in Nederland te krijgen, zijn de 44 Etos drogisterijen een lot uit de loterij. De naam en het logo blijft hier niet alleen gehandhaafd, maar enkele jaren later vormen de Etos drogisterijen al de grootste keten van ons land. En de leden? Zij mokken omdat zij nauwelijks zijn gehoord en geen stem hebben gehad in de beslissing. In november leveren zij voor de laatste maal de kassabonnen in. Zij krijgen hun inleggeld als lid van de coöperatie terug en krijgen in plaats van de 8% korting de mogelijkheid zegels te kopen van Albert Heijn.


P.Trommar, april 2011.
Dit artikel is eerder verschenen in het Eindhovens Stadsglossy "Frits".

 

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
Zwarte dinsdag in 1929
Wie herkent deze zangtalentjes?
Pensionaat voor jonge heren
images/hourglass.png

ZOEKEN...