De opening van het schijfziekenhuis.
Aanverwante artikelen
Op 22 april 1967 werd het Diaconessenziekenhuis aan de ds. Fliednerlaan in Woensel op feestelijke wijze geopend.
Het ziekenhuis was op dat moment een van de modernste van Nederland én prijzig. Een ton per bed kostte het gebouw, dat op dat moment ruim 350 bedden kon herbergen en in de toekomst makkelijk naar 600 kon uitbreiden. Jaren daarvoor was architect W.F. Lugthart samen met de bouwcommissie vertrokken naar Amerika om inspiratie op te doen voor het nieuw te bouwen hospitaal. Ze kwamen terug met een voor Nederlandse begrippen revolutionair concept, het zogenaamde schijvenziekenhuis. Tot dan werd hoogbouw als hoogst onpraktisch ervaren vanwege de transportmoeilijkheden. Met het inplannen van een uitgebreide liftenbatterij kon dit euvel overwonnen worden en kon het ziekenhuis in zogenaamde schijven worden opgedeeld. Gelijkvloers kwamen de grote keuken en alle andere niet-medische afdelingen. Op de eerste verdieping, de zogenaamde tweede horizontale schijf, werd het eigenlijke ziekenhuis gevestigd, waar alle behandelingen zowel klinisch als poliklinisch plaatsvinden. Via een flauw hellende toegangsbrug hadden patiënten direct toegang tot deze etage. De toegangsbrug had volgens professor Hoogland voorzitter van de Vereniging voor Diaconessenarbeid de vorm van een duif met uitgespreide vleugels. En toevallig of niet, de duif is het symbool der Diaconessen. Het ziekenhuis had daarom volgens hem ook best ‘het huis met de duif’ kunnen heten, zo zei hij in de openingstoespraak. De derde en verticale schijf werd gevormd door het beddenhuis, waar alle patiënten bijgestaan door artsen en verplegend personeel konden werken aan een spoedig herstel. Volgens de laatste berichten in de media pakken donkere wolken zich samen boven het Diac, dat later werd omgedoopt tot Máxima Medisch Centrum. Het ziekenhuis moet grondig op de schop. Zo grondig dat sloop en nieuwbouw onvermijdelijk lijken….