Dokter Davenport.

Hij heeft door zijn optreden en door zijne genezingen de sympathie der menigte verworven.’, aldus een lokale correspondent over het bezoek van dokter Davenport aan Eindhoven in februari 1893. Dokter Charles Davenport, vertegenwoordiger van de Londense firma Sequah, bracht ‘geneesmiddelen’ of beter gezegd kwakzalversmiddelen aan de man. Sequah-olie was het beste uitwendige middel tegen reuma, jicht en heupjicht. Sequah Prairie flower hielp bij slapeloosheid, winterhanden, galachtigheid en vroegtijdig verval. Eén flesje van het een of ander kostte 1,25 gulden, ongeveer het dagloon van een gemiddelde arbeider. Tijdens zijn verblijf in Eindhoven hield dokter Davenport verblijf in hotel Hof van Holland in de Rechtestraat. Hij verzorgde maar liefst twaalf optredens, de zogenaamde seances, in de zaal van de koninklijke harmonie Apollo’s Lust aan de Vestdijk. Bij een van deze bijeenkomsten, waarvoor toeschouwers grif entree betaalden, werd een patiënt die later lyrisch verklaarde genezen te zijn door Davenport ingewreven met Sequah-olie. Dit onder het toeziende oog van burgemeester Smits van Oyen. De burgervader verklaarde naderhand aan het publiek dat hij ‘niets buitengewoons gezien had, niets anders dan wrijven en nog eens wrijven, wrijven zooals iedereen dat doen zou met gebruik van olie’. De burgemeester verklaarde in het openbaar dat de olie geneeskracht had. Echter, de burgemeester en het goedgelovige publiek hadden zich in de maling laten nemen. De op het podium behandelde patiënten waren ’s ochtends al op het spreekuur geweest. Aldaar hadden ze regie-aanwijzingen ontvangen voor de seance. Je houden aan die aanwijzingen was zeer lucratief. De behandelde patiënten kregen een bedrag van vijf tot tien gulden en enkele flesjes olie. Ondanks de goed voorbereide seances en de gelikte publiciteit viel de verkoop van de wonderolie tegen. Volgens de tolk van dokter Davenport was de verkoop nergens zo slecht als in Eindhoven.